Beweging en eten

Zoals iedereen weet is bewegen ongelooflijk belangrijk voor een gezond lichaam. Zo kun je met bewegen je anti-oxidanten capaciteit trainen. Dus de afweer tegen ziektekiemen trainen. Ik zal er een mooi voorbeeld van geven. Interlukine 6 is een stofje wat ontsteking veroorzaakt. Nu is het voor normale mensen zo dat als de waarde van IL 6 boven de 1000 komt we tegen de vlakte gaan, dus bewusteloos. Bij onderzoek is gebleken dat een ultra marathonloper na 200 kilometer 100.000 IL 6 heeft en nog steeds niet knok out gaat. Sterker nog, 1 dag later is het weer normaal.

Nu is het natuurlijk niet nodig om 200 kilometer te lopen, maar een flinke uithoudingsproef versterkt je immuunsysteem fantastisch. En wat je er met eten verder nog aan kan doen heeft het volgende onderzoek wel aangetoond: Er was een groep hardlopers die een wedstrijd van 10 kilometer gingen lopen. De groep is gesplitst in tweeën. De ene helft van de groep heeft traditioneel gegeten, dat wil zeggen dat ze aan de koolhydraten zijn gegaan om de glycogeen voorraad(energie van de spier) in de spier zo hoog mogelijk te maken, dus macaroni en spaghetti en zo. De andere groep is met langzame koolhydraten en eiwitten gaan eten. Dat wil zeggen, bruine bonen, kikkererwten, vis,  goede vetten, groente en fruit. De voedingsinterventie was maar 3 dagen, waarna de wedstrijd volgde.

De resultaten waren verbluffend. De groep met de pasta’s liep gemiddeld 53 minuten over de 10 kilometer. De groep met de langzame koolhydraten en eiwitten en vetten liep er 48 minuten over, dus maar liefst 5 minuten sneller. En dat resultaat in maar 3 dagen met gezonder eten.

Ik zal uitleggen wat er in het lichaam is gebeurd. Als je snelle suikers eet stimuleer je de lever niet om vet en eiwit om te zetten in suiker. Dit train je dus door langzame koolhydraten en eiwitten en goede vetten te eten die je lever dus omzet in suiker wat de brandstof is voor je hele lichaam. De glycogeenvoorraad(opslagenergie in de spier) is na een paar minuten al op en voor je goed in de vetverbranding zit ben je bijna een half uur verder. Dus met die snelle koolhydraten ben je te snel verzuurd. Met een getrainde lever kun je net wat harder lopen zonder te verzuren en zit je sneller in de vetverbranding.

Dit werkt natuurlijk ook zo in het dagelijks leven. Dus de snelle koolhydraten en suikers zorgen ervoor dat je steeds moeilijker je vet gaat verbranden en uiteindelijk kun je dan bij te weinig beweging en te veel suikers dik worden. Juist met eiwitten en goede vetten stimuleer je de vetverbranding en val je af.

De goede vetten en eiwitten zitten uiteraard in vette vis, en verder in bonen, kikkererwten, peulen, noten, zaden en ook in groenten. En een beetje rijst bij de kikkererwten en bonen zorgt ervoor dat de eiwitten veel beter worden opgenomen. De biologische beschikbaarheid gaat dan van 30% naar 70%. Vlees met al die celkernen is ontzettend moeilijk verteerbaar, dus een heel slechte biologische beschikbaarheid,  en of dat nog zo gezond is kunnen we ons afvragen met al die zogenaamde moderne fok methoden.

Voor de liefhebbers van ons hedendaagse vlees hier nog een leuke link

http://wwwwakkerdier.nl/bio-industrie/legkippen.php

Voor behandeling en voedingsadvies www.imtpraktijk.nl  

Frans Boers, tel 0622259790

Vetten en Oliën

Het lichaam kan ongeveer 20 gram vet per maaltijd aan. Het percentage verzadigd vet zou dan niet boven de 10% behoren te komen. Met behulp van onverzadigde vetten worden verzadigde vetten verbrand. Hierdoor kun je afvallen en reinig je de aderen en hou je ze schoon.

Onverzadigde vetten vormen samen met onder andere eiwitten, cholesterol  en arichidonzuur de celmembranen. Probeer transvetzuren, ook wel omschreven als geharde plantaardige olie of vetten, te vermijden. Deze zijn zeer schadelijk voor de gezondheid. Transvetzuren zorgen voor een inflexibele celstructuur. Verzadigd en transvet gedragen zich wat dat betreft hetzelfde. Een hoger gehalte aan meervoudig onverzadigd vet in de celmembraan maakt minder stug wat de celmembraanfunctie ten goede komt en onder meer een betere insulinerespons (suikerverwerking) verzorgt. Juiste vetzuren zorgen ook voor een goede hormoonopbouw.

Een juiste verhouding omega 3 (vooral vis) tot omega 6 (vooral vlees) is in het hedendaagse voedingspatroon ver te zoeken. De juiste verhouding omega 3:6 zou gunstig zijn bij 1:4 en optimaal bij 1:1. De verhouding nu bij de gemiddelde westerling is 1:20. Een teveel aan omega 6 vetzuren, vooral in de vorm van linolzuur, werkt ontstekingsbevorderend.

Uit een teveel aan linolzuur (meer als 18 gram per dag) Kan arichidonzuur (omega 6) gevormd worden. Arichidonzuur kan bij een teveel al snel omgezet worden in ontstekingsbevorderende stoffen, met bijvoorbeeld allergie, astma, candida, eczeem of huidproblemen tot gevolg. Ananas (bromelaine), kurkuma/kerrie (curcumine), gember, kruisbloemigen (bloemkool, broccoli, spruitjes, radijs), groene thee, avocado, olijfolie, rozemarijn, sesam en omega 3(EPA) kunnen deze omzetting remmen. Maar ook aardbei, druif, framboos, granaatappel, uien(rode), pijnboompitten en rode wijn.

De lengte van de vetzuren heeft gevolgen voor de wijze van verteren. De korte en middenketen vetzuren (minder dan 12 C atomen) worden direct uit de darmen opgenomen in het bloed, komen als eerste in de lever terecht en belasten het lymfestelsel niet. Korte en middenketen vetzuren zijn altijd verzadigd.

Roomboter bestaat uit 15% verzadigde vetzuren met een korte en middenvetzuurketen (is dus bijna optimaal) 50% andere verzadigde vetzuren, 30%enkelvoudig onverzadigd vet en geconjugeerd linolzuur( normaliseert de vetafzetting in het lichaam en werkt kankerremmend).

Oliën zijn een bron van onverzadigde vetzuren maar het is wel afhankelijk van welke Omega’s er in voorkomen of de olie ontstekingsbevorderend werkt of juist ontstekingsremmend. Oliën met veel linolzuur (Omega 6-ontstekingsbevorderend) zijn saffloerolie, zonnebloemolie(70%) druivenpitolie, maïskiemolie, sojaolie, zwartebessenzaadolie, sesamolie, walnootolie en lijnzaadolie.

Oliën met Omega  9 zijn olijfolie(73%) en hazelnootolie. Ze zijn neutraal wat betreft ontsteking. De Extra vierge olijfolie (is de ongeraffineerde vorm) werkt ontstekingsremmend door de stof oleocanthal.

De echte ontstekingsremmer is EPA in zit gewoon in vette vis en je hebt maar 1 theelepeltje per dag nodig. Dus de goede vetten heb je in olijfolie, vette vis en roomboter.

Nog een praktijkverhaal.

Een baby die geen eten binnen kon houden, en bijna uitdroogde. Het ziekenhuis wist er ook geen raad mee.

De baby was te snel ter wereld gekomen en dus nog niet los (zie mijn website over bevallingen). Ook had hij heel veel overgegeven. Wat we gedaan hebben is de diafragma’s en daarna de littekens van het zuurbranden in buik en slokdarm, waardoor de kleppen van de maag weer zorgen dat het zuur in de maag blijft en niet meer voor zuurbranden zorgt. Hierdoor verteerd hij ook de eiwitten beter en werken de darmen beter.

Hij houdt nu alles binnen en is van zijn probleem af.

Voor meer informatie zie www.imtpraktijk.nl

Eiwitten

We hebben het in de vorige nieuwsbrief gehad over de voorwaarden van een gezonde voeding. Dan beginnen we nu met het uitleggen wat gezonde bronnen van eiwitten, koolhydraten en vetten zijn.

 

EIWITTEN

 

Per 4 uur kan het lichaam gemiddeld 20 tot 30 gram eiwit aan. We kunnen ze niet opslaan. Hierdoor is het belangrijk om op de biologische waarde te letten om zo effectief mogelijk te zijn. Een teveel aan eiwit is een belasting, speciaal voor de lever en de nieren en het hart. Ook verdwijnt er door een teveel aan eiwit calcium uit het lichaam, wat overigens ook gebeurt door teveel alcohol, zout(natrium) en cafeïne (koffie).                                                                                                                   

 

Eiwitten zijn bouwstoffen en dus belangrijk dat ze aankomen waar het nodig is, maar een teveel geeft een relatief tekort. Biologische beschikbaarheid speelt dan een belangrijke rol. De biologische beschikbaarheid van een aantal voedingsmiddelen van hoog naar laag:Ei (95%, maar dan wel van een ei van een kip met een vrije uitloop die wormen eet en geen granen), paranoten, krab, tong (vis), garnalen, heilbot, sesamzaad (50%) perziken, vijgen, zalm, makreel, haring, kreeft, cashewnoten, kip, mosselen, rundvlees, schapenvlees, tonijn, kalkoen, gierst, rijst, kokosnoot, ananas, dadels, walnoot, hazelnoot, peulvruchten, avocado, peer, appel, watermeloen, en tomaat. Zelfs een tomaat bevat nog 8 % eiwitten. Dus uit groente en fruit kun je ook heel veel bouwstenen halen.

 

Hoe weet je wat maximaal is voor 1 maaltijd?                                                                                                                                                                                                                                  Maximaal 2 eieren, paddenstoelen 200/250 gram, peulvruchten 30 gram drooggewicht, vis/wild/gevogelte/vlees maximaal 75 gram, noten 40 gram per dag, zaden 100 gram.                            Een goede verhouding bij eiwitten is 60% plantaardige en 40% dierlijk eiwit.

 

Nadelen van dierlijk eiwit is ondermeer: Rottende bestanddelen in de darm door onvoldoende vertering, omdat dit eiwit een hogere verzadigingswaarde heeft, waardoor ander belangrijk voedsel niet meer opgenomen kan worden. Alvleesklier enzymen worden volledig opgeëist door de eiwitvertering. Vlees heeft een onevenwichtig aanbod calcium:fosfor in verhouding 1:20, met botontkalking tot gevolg. In de darmen ontstaat een ongunstige zuurgraad.

 

Hieronder een voorbeeld: 500gram Broccoli bevat 17,5 gram eiwit (niet zuurvormend, omdat het plantaardig is) bevat evenveel eiwit als 100 gram vis of vlees (zuurvormend). Als je dit eet bij je aardappelen (zuurvormend) of rijst (zuurvormend) en vet (zuurvormend), snap je dat als je niet voldoende plantaardige eiwitten eet,  er geen balans is in je zuurproductie.

 

De eiwitvertering vraagt veel water. Dus hoe meer eiwit we nemen, hoe meer vocht we nodig hebben gedurende de dag. Tijdens de maaltijden echter zo min mogelijk drinken om de verteringssappen zo min mogelijk te verdunnen. Tot minimaal een half uur na de maaltijd wachten alvorens weer water te gaan drinken.

 

HET PROSTAATVERHAAL.

Veel mannen krijgen op latere leeftijd te maken met de ongemakken van een verkleefde prostaat. De bekendste kenmerken hiervan zijn dat ze alleen zittend goed kunnen plassen, omdat het niet zo makkelijk gaat als ze staan. Ze staan dan eerst een tijd te wachten voor de straal urine naar beneden valt. Dit word veroorzaakt doordat de prostaat niet meer recht onder de blaas hangt. De urinebuis gaat via de blaas, door de prostaat naar de penis. Als de prostaat dan niet meer recht onder de blaas hangt duurt het even voor de straal komt. Er zit dus een knik in de leiding. Als deze mannen dan gaan zitten trekt de knik eruit en kunnen ze makkelijker plassen. Ook gaan deze mannen in de nacht uit bed om te plassen. Ook kunnen ze vaak niet goed leegplassen. Dit lijkt mij het moment om er wat aan te gaan doen, omdat anders de prostaat op gaat zetten, omdat hij niet meer goed leeg kan lopen.

 

Het is eigenlijk ongeveer hetzelfde verhaal als vrouwen die met inlegkruisjes lopen omdat ze blijven druppelen. Dit word vaak veroorzaakt door een scheef liggende blaas en een verkleefde urineleider, wat weer veroorzaakt kan worden door bijvoorbeeld een verzakte baarmoeder, of een spastische darm, of obstipatie of een geschiedenis van blaasontstekingen, of een flinke scheur na een bevalling. Uiteraard zijn er nog veel meer oorzaken.